Statenvertaling, Lukas 24, 13:31 (Emmaüsgangers)

“En zie, twee van hen gingen op denzelfden dag naar een vlek, dat zestig stadiën van Jeruzalem was, welks naam was Emmaüs; En zij spraken samen onder elkander van al deze dingen, die er gebeurd waren. En het geschiedde, terwijl zij samen spraken, en elkander ondervraagden, dat Jezus Zelf bij hen kwam, en met hen ging. En hun ogen werden gehouden, dat zij Hem niet kenden. En Hij zeide tot hen: Wat redenen zijn dit, die gij, wandelende, onder elkander verhandelt, en waarom ziet gij droevig? En de een, wiens naam was Kleopas, antwoordende, zeide tot Hem: Zijt Gij alleen een vreemdeling te Jeruzalem, en weet niet de dingen, die deze dagen daarin geschied zijn?En Hij zeide tot hen: Welke? En zij zeiden tot Hem: De dingen aangaande Jezus den Nazarener, Welke een Profeet was, krachtig in werken en woorden, voor God en al het volk. En hoe onze overpriesters en oversten Denzelven overgeleverd hebben tot het oordeel des doods, en Hem gekruisigd hebben. En wij hoopten, dat Hij was Degene, Die Israël verlossen zou. Doch ook, benevens dit alles, is het heden de derde dag, van dat deze dingen geschied zijn. Maar ook sommige vrouwen uit ons hebben ons ontsteld, die vroeg in den morgenstond aan het graf geweest zijn; En Zijn lichaam niet vindende, kwamen zij en zeiden, dat zij ook een gezicht van engelen gezien hadden, die zeggen, dat Hij leeft. En sommigen dergenen, die met ons zijn, gingen heen tot het graf, en bevonden het alzo, gelijk ook de vrouwen gezegd hadden; maar Hem zagen zij niet.
En Hij zeide tot hen: O onverstandigen en tragen van hart, om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben! Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan? En begonnen hebbende van Mozes en van al de profeten, legde Hij hun uit, in al de Schriften, hetgeen van Hem geschreven was. En zij kwamen nabij het vlek, daar zij naar toegingen; en Hij hield Zich, alsof Hij verder gaan zou. En zij dwongen Hem, zeggende: Blijf met ons; want het is bij den avond, en de dag is gedaald. En Hij ging in, om met hen te blijven. En het geschiedde, als Hij met hen aanzat, nam Hij het brood, en zegende het, en als Hij het gebroken had, gaf Hij het hun. En hun ogen werden geopend, en zij kenden Hem; en Hij kwam weg uit hun gezicht. En zij zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op den weg, en als Hij ons de Schriften opende?”

 

Blijf met ons

In Het grote gebeuren hoort Belcampo de wagenmaker Peije zijn gezin voorlezen uit het Bijbelboek Openbaringen: “… en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd als bloed en de sterren des hemels vielen op de aarde.” Het spreekt vanzelf dat de rechtzinnige huisvader uit de Statenvertaling leest, de enige vertaling immers die in de ogen van orthodoxe protestanten genade kan vinden.
Hoe je als moderne lezer ook over het verouderde en vaak onbuigzame taalgebruik denkt, de Statenbijbel is een literair monument, fascinerend qua woordkeus en grammatica, en van onschatbare betekenis voor de ontwikkeling van de standaardtaal. Mijn voortreffelijke leraar Nederlands Bernard Lenferink vertelde ons hoe het zat, en ik heb het altijd onthouden: de Dordtse synode gaf in 1618 opdracht voor een vertaling vanuit de brontalen door twee commissies, een van ’translateurs’ en een van ‘reviseurs’. De commissieleden waren afkomstig uit alle gewesten en vertegenwoordigden dus verschillende dialecten die nu onder één noemer moesten worden gebracht. De Staten-Generaal financierde het project, dat een kleine twintig jaar in beslag nam. Pas in 1637 kwamen de eerste Bijbels van de drukpers.
Mij, onbezorgde ongelovige, raakt het fragment uit het Lukasevangelie, waar het gaat over de twee volgelingen van Jezus die na de opstanding op weg gaan naar ‘het vlek’ Emmaüs. Incognito voegt Jezus zich bij hen, terwijl hij zich gedraagt als ‘een vreemdeling te Jeruzalem’, zogenaamd onwetend van de grootse dingen die in de stad hebben plaatsgevonden, maar intussen het tweetal de les lezend over ‘de Schriften’ en wat ‘van Hem geschreven was’.
Zodra de twee hun bestemming hebben bereikt, doet Jezus alsof hij verder moet, maar hij laat zich vanwege het late uur overhalen bij hen te blijven. Een vertrouwd moment van gastvrijheid: het is laat, kom toch binnen, blijf, drink wat, eet wat. En dan ‘verraadt’ de gast zich door dezelfde tekst en hetzelfde gebaar te gebruiken als bij het Laatste Avondmaal. Daarbij moet ik aan Gerrit Achterberg denken, die in zijn gedicht Komaf over het maaltijdritueel van het vaderhuis noteert:

Hetzelfde woordgebruik en handgebaar
komen nog altijd op hetzelfde neer.

(Tussen twee haakjes: de Emmaüsgangers leiden me óók altijd naar Four Days Gone van mijn grootste muzikale held Stephen Stills en de legendarische Buffalo Springfield:

I met two kind people on the road
I was parched and dry from the cold
I’ve been traveling four days and nights, sir
and I do want to thank you for the ride, sir
and the soup your wife made tasted fine…

Alsof de gebeurtenissen daar vanuit de ogen van Jezus worden bekeken: “I met two kind people on the road.” Maar goed, verder houdt de vergelijking – op dat bord eten na – op, want dat nummer van Stills schijnt over een Vietnam-deserteur te gaan, totaal andere koek dus. En toch spookt dat liedje door mijn hoofd.)
De mooiste zin van de Emmaüstekst vind ik: “En zij zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op den weg, en als Hij ons de Schriften opende?” De Antwerpenaar Hubert Lampo gebruikte die regels als motto voor zijn roman De komst van Joachim Stiller. Daar werd ik er voor het eerst door getroffen en dat zette me op het spoor van dit fragment, in mijn beleving een soort van eenakter voor drie heren met een enorme dramatische kracht.
Met het zegenen en het breken van het brood zet Jezus zijn geveinsdheid niet langer voort en geeft hij zijn identiteit op een subtiele, indirecte manier prijs. En zodra hij merkt dat zijn gastheren hem doorhebben, ‘kwam hij weg uit hun gezicht’. Wat is daar zo fascinerend aan? Zeg het maar. Het is een subliem theatraal moment dat wat mij betreft elke verdere toelichting overbodig maakt.

Mis niets en ontvang Nijhof Tekst in je mailbox

© 2024 Jos Nijhof